Ziekte & Re-integratie

De Bruyn Arbeid & Recht legt zich binnen het arbeidsrecht in het bijzonder toe op de zieke werknemer en is specialist op het gebied van alle vraagstukken rondom ziekte en re-integratie, van preventie en eerste ziektedag, eerste en tweede ziektejaar tot en met de WIA-beslissing en bezwaar, beroep en hoger beroep tegen die WIA-beslissing.

Re-integratie spoor 1

Tijdens het eerste ziektejaar staat re-integratie in het eigen werk bij de eigen werkgever (spoor 1) voorop. Lukt re-integratie niet in het eigen werk, dan zal dienen te worden gekeken of dit eigen werk aangepast kan worden aan de beperkingen van de werknemer of dat er wellicht ander, passend werk voorhanden is binnen de onderneming van werkgever.

Re-integratie spoor 2

In het tweede ziektejaar of zoveel eerder als duidelijk wordt dat re-integratie in spoor 1 niet mogelijk is komt re-integratie bij een andere werkgever (spoor 2) in beeld. Daarvoor wordt in de regel een re-integratiebedrijf ingeschakeld dat die spoor 2 re-integratie tegen een vast tarief begeleidt. Indien de spoor 1 re-integratie nog wel mogelijk is of in de toekomst mogelijk wordt, blijft deze re-integratie bij de eigen werkgever steeds voorop staan. Spoor 1 en spoor 2 integratie kunnen dan ook zeer wel naast elkaar bestaan.

Eerste twee ziektejaren / Wet verbetering poortwachter

De eerste twee ziektejaren dienen door werkgever en werknemer nauwkeurig te worden gemonitord en op vaste momenten dient de voortgang te worden vastgelegd, van probleemanalyse en eerste plan van aanpak tot en met het actueel oordeel en de WIA-aanvraag. Indien dit niet of niet correct gebeurt, kan het UWV de werkgever een loonsanctie opleggen, inhoudende dat de werkgever nog tot maximaal een jaar het salaris (in beginsel op basis van 70%) dient door te betalen. Voor de werkgever is het weer zaak op zijn beurt een loonsanctie toe te passen jegens de werknemer, indien deze na daartoe te zijn gewaarschuwd in gebreke blijft met naleving van zijn kant van de verzuimcontrole- of re-integratievoorschriften. 

Deskundigenoordeel UWV

Veelvuldig ontstaan er geschillen tussen werkgever en werknemer in het eerste of tweede ziektejaar of na afloop van het tweede ziektejaar. Die kunnen gaan over de vraag of er wel echt sprake is van ziekte/arbeidsongeschiktheid, maar ook over vragen als welk werk passend is en of de een of de ander wel voldoende doet aan re-integratie. Voor die gevallen biedt het aanvragen van een deskundigenoordeel bij het UWV uitkomst. Het is daarnaast zonder meer aan te raden een deskundigenoordeel na het eerste jaar van ziekte aan te vragen om het UWV langs die weg te laten vaststellen of partijen de re-integratie op de juiste wijze vormgeven. Mocht dat volgens het UWV niet zo zijn, dan kan de re-integratie nog in het tweede ziektejaar worden bijgestuurd en kan een loonsanctie worden voorkomen.

Second opinion bedrijfsarts

Naast het aanvragen van een deskundigenoordeel bij het UWV bestaat voor de werknemer steeds de mogelijkheid een second opinion aan te vragen bij een tweede, onafhankelijk bedrijfsarts, indien hij of zij het niet eens is met het oordeel van de eigen bedrijfsarts van de werkgever.

jan-de-bruyn-6

Geschillen tijdens ziekte

Daarnaast ontstaan er ook met regelmaat geschillen over de juiste loonbetaling bij ziekte, de opbouw en het opnemen van vakantiedagen bij ziekte en de arbeidsverhouding die door de uitval meer dan eens onder druk komt te staan. In die gevallen biedt een deskundigenoordeel van het UWV geen uitkomst, maar kunnen een deskundig advies en adequate juridische begeleiding uitkomst bieden en in het uiterste geval een gang naar de Kantonrechter.
Voor ogen dient te worden gehouden dat werkgever en werknemer voor wat betreft de re-integratie steeds een gelijk belang dienen na te streven, te weten het toewerken naar herstel en re-integratie in het werk van de werknemer. Dat herstel is uiteraard ook primair het doel van de werknemer, die er in de regel niet voor zal kiezen ziek te zijn. Een vlot verloop van de verzuimcontrole en re-integratie is dan ook in het belang van beide partijen.

Slapend dienstverband

Ook na de eerste twee ziektejaren loopt het belang van werkgever en werknemer vaak nog gelijk op.
Zo zal bij volledige arbeidsongeschiktheid of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zonder mogelijkheid tot re-integratie bij de eigen werkgever een zgn. slapend dienstverband ontstaan. Beide partijen hebben er dan veelal belang bij dat slapende dienstverband te beƫindigen, zodat de re-integratieverplichting over en weer kan worden beƫindigd en het dienstverband financieel kan worden afgewikkeld. De werkgever is dan wel de transitievergoeding verschuldigd aan de werknemer, maar krijgt die vergoeding gecompenseerd van het UWV.

WIA: IVA of WGA

Indien de WIA-beslissing leidt tot volledige of nagenoeg volledige WGA-uitkering van de werknemer, is het niet alleen voor de werknemer raadzaam te bezien of middels bezwaar niet alsnog tot een volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (IVA) kan worden gekomen, maar ook voor de werkgever die eigenrisicodrager voor de WGA is. Immers de IVA valt niet onder het eigen risico van de werkgever-eigenrisicodrager, die zich daarmee een WGA-uitkering over een duur van maximaal 10 jaar bespaart. Voor de werknemer leidt de IVA daarbij tot een hogere uitkering, te weten 75% in plaats van een 70% in een volledige WGA.

Tijdig advies

Kortom, de eerste twee ziektejaren en ook de periode daarna vormen een waar doolhof van rechten en verplichtingen voor werkgever en werknemer, over en weer. Het tijdig inwinnen van juridisch advies bij vraagstukken of geschillen kan dan ook veel ellende achteraf voorkomen.

Eerste advies steeds gratis

Snel en adequaat in raad en daad!