Ziektewet & WW

Ziektewet

Voor werknemers in loondienst geldt een loondoorbetalingsplicht van de werkgever gedurende twee jaar. Als het dienstverband echter eerder eindigt, bijvoorbeeld omdat het contract voor bepaalde tijd afloopt, en de werknemer is nog steeds ziek, dan kan hij aanspraak maken op een Ziektewet-uitkering. Ook de werknemer die ziek wordt vanuit een situatie van werkloosheid en die WW ontvangt valt onder de Ziektewet.

Ziektewet-beslissing

Er bestaat uiteraard slechts recht op een Ziektewetuitkering indien wordt vastgesteld dat er sprake is van ziekte. De verzekeringsarts van het UWV stelt vast of er sprake is van ziekte en vervolgens neemt het UWV de beslissing over de toekenning van de Ziektewetuitkering. Indien men het niet eens is met die beslissing kan daartegen bezwaar worden gemaakt. Hoewel over het algemeen de bezwaartermijn tegen beslissingen van het UWV 6 weken bedraagt, geldt voor bezwaren van geneeskundige aard (is er wel of geen ongeschiktheid tot werken) een korte termijn van slechts 2 weken. Het is dan ook van cruciaal belang tijdig in actie te komen, indien u het met de Ziektewetbeslissing niet eens bent. 

Ziektewet-bezwaar

In bezwaar vindt steeds een volledige heroverweging plaats, waarbij een andere verzekeringsarts, de bezwaarverzekeringsarts, onderzoekt en rapporteert. Indien het bezwaar onverhoopt ongegrond wordt verklaard bestaat er vervolgens nog de mogelijkheid van beroep bij de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank en de mogelijkheid van hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.

jan-de-bruyn-2

WW

Indien het dienstverband eindigt en er WW-recht is opgebouwd komt de WW in beeld. Recht op WW bestaat in beginsel niet indien de werknemer zelf ontslag neemt of verwijtbaar werkloos wordt. Dat laatste is onder meer het geval bij een rechtsgeldig ontslag op staande voet.

Kortdurende WW-uitkering

Als in de laatste 36 weken in ten minste 26 weken is gewerkt als werknemer (en dus WW-premie is afgedragen) bestaat aanspraak op de kortdurende uitkering van 3 maanden. Dit betreft de zgn. wekeneis.

Loongerelateerde WW-uitkering

Als naast de wekeneis in minimaal 4 van de 5 aan de werkloosheid voorafgaande jaren is gewerkt (de jareneis) bestaat na de kortdurende uitkering van 3 maanden aanspraak op de loongerelateerde WW-uitkering. De totale WW-duur beloopt dan – afhankelijk van de duur van het arbeidsverleden – maximaal 24 maanden.

Derde WW-jaar

In een groot aantal sectoren is het WW-hiaat dat is ontstaan doordat de maximale WW-duur in 2016 is teruggebracht van 38 maanden na 24 maanden gerepareerd. In dat geval én als er voldoende arbeidsverleden is opgebouwd bestaat recht op een derde WW-jaar. De premie van deze reparatie van het WIA-hiaat wordt in de regel door werkgever en werknemer gezamenlijk gedragen.

Sollicitatieplicht WW

Om in aanmerking te (blijven) komen voor WW moet worden voldaan aan de sollicitatieplicht. Die houdt in dat er ten minste 4 keer per 4 weken een sollicitatie-activiteit moet worden verricht en ook gehoor moet worden gegeven aan oproepen voor deelname aan activiteiten vanuit het UWV om de arbeidskansen te vergroten. Gedurende het eerste half jaar van werkloosheid mag nog op het eigen opleidingsniveau en in de eigen regio worden gesolliciteerd. Daarna zal op alle arbeid dienen te worden gesolliciteerd, dus ook onder het eigen opleidingsniveau, en ook buiten de eigen regio tot een reistijd van in totaal maximaal 3 uur per dag.

Startersregeling WW

De WW kent een startersregeling voor werklozen die een eigen bedrijf willen starten. Om van die startersregeling gebruik te kunnen maken is het zaak dat het eigen bedrijf nog niet is gestart voordat de WW ingaat, nu het UWV eerst goedkeuring zal dienen te geven om in aanmerking te komen voor deze regeling. Zo zal worden gekeken of het businessplan voor het eigen bedrijf levensvatbaar is.

De startersregeling kent een duur van 6 maanden, waarbij de starter zich volledig kan richten op zijn eigen bedrijf en dus niet hoeft te solliciteren. Inkomsten uit de eigen onderneming mag de starter zelf behouden. In ruil daarvoor wordt de WW-uitkering dan met 29% verlaagd.

WW-bezwaar

Indien een WW-uitkering wordt geweigerd, omdat het UWV stelt dat er sprake is van verwijtbare werkloosheid, is het zaak tijdig in actie te komen en tijdig (binnen 6 weken) een bezwaarschrift in te dienen. Een te laat ingediend bezwaarschrift wordt immers niet meer in behandeling genomen, terwijl de vraag of inderdaad sprake is van verwijtbare werkloosheid vrijwel nimmer een gelopen race is. 

Ook indien het UWV een sanctie oplegt, omdat een bepaalde verplichting niet is nagekomen (bijv. de sollicitatieplicht) of er twijfel bestaat of de lengte of hoogte van de WW-uitkering wel juist is vastgesteld, is het zaak binnen de bezwaartermijn in actie te komen. Indien er sprake is van een voor bezwaar vatbare beslissing van het UWV, blijkt dat steeds uit het slot van de brief van het UWV, waarin wordt vermeld dat en op welke wijze bezwaar kan worden aangetekend.

Eerste advies steeds gratis

Snel en adequaat in raad en daad!